Wat zou het fijn zijn als er een paar simpele mogelijkheden zouden zijn om zo af en toe onbespied te kunnen zijn en de digitale gordijnen te kunnen dichttrekken. Dat verzuchtte Sam Bal in zijn column 'Gluren' deze week op het PrivacyPodium van GroenLinks. 

Dus GroenLinks is ongerust over onze privacy, en organiseert een discussie over wifi-tracking en databeheer.  Juist vandaag moest GroenLinks zelf een datalek melden; het toeval heeft een geweldig gevoel voor humor! Bij privacy moet ik altijd denken aan die Portugese vriendin die Nederland zo fantastisch vindt omdat je er zo goed naar binnen kunt kijken, vaak zelfs ’s avonds. Als ze hier is doet ze niets liever dan door het dorp struinen en gluren bij de buren. Stiekem denk ik wel eens dat wij Nederlanders het ook wel mooi vinden, die zichtbaarheid. Zodat iedereen je nieuwe bankstel kan zien, of je nieuwe ultradunne plasmascherm.  Een gereformeerd soort exhibitionisme.  Tot het te dol wordt natuurlijk, dan trekken we de gordijnen dicht.

Maar tegenwoordig gaat het gluren verder. Tegenwoordig gaat het bijvoorbeeld over wifitracking. Ik heb dat moeten opzoeken, mijn digitale opvoeding laat te wensen over. Het komt er op neer dat zowel bedrijven als de overheid ons kunnen volgen, door het  opvangen van het signaal van onze smartphones, als die tenminste op WiFi staan. City Traffic is een bedrijf dat hier in Noordwijk de wifitracking verzorgt, een soort dienstverlenende Big Brother. Ze doen het zo goed dat we koploper zijn in Nederland.  Even maakte mijn hart een huppeltje toen ik dat las, toch nog iets waar we echt goed in zijn, in plaats van die fletse sterretjes waar het gemeentebestuur mee pronkt. 

Ik meende ook direct de voordelen te doorgronden. Je loopt de deur uit,  in je stamkroeg komt het signaal door dat je in aantocht ben, waarop de Bokma al koud gezet kan worden.  Maar zo werkt het dus niet. Het gaat niet om persoonsgegevens, maar om aantallen mensen.  De kroeg weet straks wel ongeveer hoeveel Bokma er koud moet staan, maar niet voor wie. Dat lijkt me een serieuze beperking, want mijn jeneverabsorberend vermogen is natuurlijk anders dan dat van mijn buurman.  

Het is dan ook wachten op overtredingen van de bepaling dat persoonsgegevens niet worden verzameld en gebruikt.  De mogelijkheden zijn te groot en te verleidelijk. Hoe weten we zeker dat City Traffic en zijn klanten uit het bedrijfsleven koosjer zijn? Dat weten we niet. Het gaat om vertrouwen, en dat is vandaag de dag net als privacy een schaars goed. 

Gemeenten mogen ons ook volgen, zo kunnen ze makkelijker zien waar het druk is en waar eventueel meer hulpdiensten nodig zijn, of welke drukte de hulpdiensten kunnen vermijden, zodat ze sneller ter plaatse zijn. Belangrijk genoeg lijkt me. Maar ja, die privacy..

Hoe we met data en privacy omgaan in Nederland is een ongelofelijk complex vraagstuk. Het wemelt bovendien van de toezichthouders, toetsingscommissies, wettelijke kaders, handelingsperspectieven, afwegingsprocedures, audits, bezwaarmogelijkheden en zo meer van die polderdingetjes. Ik ben de draad allang kwijt, en ik ben vast niet de enige. Mijn gemoedsrust rond dit thema slingert dagelijks  tussen ‘bemoei  je met je eigen zaken’ en ‘ach, ik heb niks te verbergen’.  

Het maatschappelijk debat is hevig, en leidt zo af en toe  tot nieuwe regels en commissies. Kijk bijvoorbeeld naar de sleepwet. Maar dat is een maatschappelijk gemiddelde, een politieke uitkomst. Wat kan ik, als individuele burger doen om mij van tijd tot digitaal onbespied te wanen, zonder dat ik mijn smartphone inruil voor een bakelieten exemplaar en afscheid neem van internet? Het is goed en wel dat organisaties ons wijzen op de vraagstukken en werken aan bewustwording, maar zonder reële suggesties vergroot het, in ieder geval bij mij,  de onrust en onmacht. Wat zou het fijn zijn als er een paar simpele mogelijkheden zouden zijn om zo af en toe onbespied te kunnen zijn en de digitale gordijnen te kunnen dichttrekken.